Nieuws
presentatie EUROGUIDE
Jongeren worden alsmaar meer blootgesteld aan polariserende informatiestromen via verschillende media. Deze kunnen de voedingsbodems vormen voor polarisering en radicalisering. De spanningen die hiermee gepaard gaan vinden ook hun weg naar klaslokalen en jeugdorganisaties.
Het GO! ontwikkelde, in samenwerking met de European Foundation for Democracy & Ceapire en met steun van de Europese Commissie, de EUROGUIDE, een (interactieve) handleiding ter preventie van radicalisering en polarisering bij jongeren. Het handboek kan je hier raadplegen.
De presentatie van de EUROGUIDE vond afgelopen woensdag 15 september plaats. Onder andere Jessika Soors en keynote speaker Dr. Stijn Siekelinck kwamen spreken. Lees hier meer over in onderstaand artikel uit De Standaard:
DERADICALISERING
‘Leraar die debat niet aangaat, schiet tekort’
Scholen die blij zijn dat netelige kwesties niet ter sprake komen en discussies uitblijven, stimuleren net polarisering en radicalisering bij hun leerlingen. ‘Te veel leerkrachten fietsen rond heikele thema’s.’
Klaas Maenhout
——————————————
Het terreurproces in Parijs, de herdenking van 9/11, de situatie in Afghanistan en de coronacomplottheorieën: leerkrachten hebben dit schooljaar opnieuw kansen te over om het in de klas over radicalisering en polarisering te hebben. Maar doen ze dat ook? ‘Te veel leerkrachten fietsen rond de heikele thema’s heen’, zegt pedagoog Stijn Sieckelinck (Hogeschool Amsterdam), die in Vlaanderen en Nederland onderzoek voert naar radicalisering bij jongeren.
‘Ik maak me zorgen om Vlaanderen’, zegt Sieckelinck, bij de voorstelling van de publicatie van een gids rond radicalisering en polarisering op school. Het project Euroguide, in Vlaanderen getrokken door Karin Heremans, directeur van het koninklijk atheneum in Antwerpen, biedt handvatten om uiteenlopende thema’s – van klimaat tot gender en religie – bespreekbaar te maken in de klas. ‘Veel leerkrachten en scholen zijn blij dat er geen discussies zijn. Dat past bij hun reputatie of ze zijn blij dat ze zich op de les kunnen focussen. Maar als leraar netelige kwesties vermijden en het debat niet aangaan, is tekortschieten’, zegt Sieckelinck.
‘Van stickers die de lgbti-beweging viseren tot leerkrachten die bedreigd worden door een partij in jullie parlement (Vlaams Belang, red.): er beweegt heel wat. Ik zie een jonge bevolking die zoekt naar een moreel kompas. Ze vindt dat vaak niet thuis, niet op straat en niet op het internet. Een school moet die taak opnemen, anders gaan die jongeren het toch elders zoeken en stimuleer je polarisering’, zegt de onderzoeker.
Waar zit de pijn?
Maar hoe pak je dat dan aan? ‘Om radicalisering tegen te gaan is het cruciaal om de uitlaatklep van jongeren op het spoor te komen’, zegt Sieckelinck. ‘Bij enkelingen is het belangrijk om te weten: waar zit de pijn? De drang is er vandaag niet meer om een kalifaat op te richten, maar de voedingsbodems zijn niet verdwenen. Ellende of gebroken families leiden vandaag tot andere vormen van probleemgedrag.’
‘Ik zie een jonge bevolking die zoekt naar een moreel kompas. Ze vindt dat vaak niet thuis, niet op straat en niet op het internet’
Stijn Sieckelinck ( Hogeschool Amsterdam)
De gouden tip is dus om erover te praten. ‘Dit overstijgt de verantwoordelijkheid van de leraar geschiedenis of maatschappijleer. Ik pleit voor een schoolethos.’ Een democratische schoolethos koestert diversiteit, promoot democratische praktijken en investeert in samenwerkingsverbanden. ‘Iedereen is er voorstander van om kritisch denken te stimuleren. Maar voor de ene leerkracht betekent dat iets anders dan voor de andere. Actuele informatie gebruiken: oké. Maar uit hoeveel hoeken benader je een thema? En wat met de versie van de feiten op de telefoontjes van leerlingen? Je moet het gesprek aangaan. Scholen moeten dit ook niet alleen oplossen: ze kunnen linken leggen met organisaties binnen of buiten de muren.’
Mohammed-cartoons
Discussies worden ook het best klein houden. De dood van Samuel Paty in Frankrijk, die de discussie over de Mohammed-cartoons opnieuw op scherp zette, is daarbij een voorbeeld. ‘Tegen ideologie kun je niet op, maar door met de persoon te werken, kom je veel verder. Wat betekenen die cartoons? Welke rol speelt de profeet in zijn/haar leven? Je moet de gevoeligheden duidelijk maken en nuance brengen. Dat gesprek is een randvoorwaarde om het te hebben over vrijheid van meningsuiting.’
Leerkrachten wachten het best niet tot het volgende drama. ‘Het is heel fout om alleen na vreselijke gebeurtenissen te spreken over de rol van religie. Zo maak je automatisch een karikatuur van levensbeschouwingen.’ In dialoog gaan is volgens Sieckelinck niet altijd de beste optie. ‘Het is een evidente keuze, want het sluit aan bij het instrumentarium van een leraar, maar het wordt vaak te passief ingevuld. Door in dialoog te gaan, verander je meestal de ander z’n standpunt niet. Beter is de leerlingen uit te nodigen hun standpunten te onderbouwen en te kijken hoe je een klas gezamenlijk aan verbetering kunt laten werken.’
Dat minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zijn kat stuurde naar de voorstelling van de gids, vindt hij stuitend en tekenend voor een gebrekkig beleid. ‘Dat hier niemand van het ministerie is, is in Nederland ondenkbaar. Het verwart mij. Hoe kun je een belangrijk signaal geven als dit vanuit het beleid niet gesteund wordt? Als een minister z’n voorbeeldfunctie niet vervult, is het voor het veld eigenlijk een mission impossible.’
DE STANDAARD – Donderdag 16 september 2021 om 3.25 uur